Valencia of Barcelona: welke stad past het best bij jouw stedentrip?

Twijfel je tussen Valencia of Barcelona voor een stedentrip in Spanje? Ik bezocht beide steden meerdere keren en help je kiezen met deze eerlijke vergelijking.

Kiezen tussen Valencia en Barcelona

Tijdens mijn reizen door Spanje bezocht ik zowel Valencia als Barcelona meerdere keren. Het zijn twee steden die op papier veel overeenkomsten hebben: allebei liggen ze aan de kust, hebben een prettig klimaat en zijn populair als stedentripbestemming, maar in de praktijk voelen ze totaal anders aan.

In Valencia vond ik het heerlijk om door het Turia-park te wandelen, vintagewinkels in te duiken in de wijk Ruzafa en paella te eten aan het strand. Hoewel het een enorme stad is, voelt het overzichtelijk, modern en ontspannen. Barcelona is nog groter, drukker, maar ook creatiever. Je vindt er de iconische gebouwen van Gaudí, een prachtig oud centrum, maar ook veel toeristen en drukte. Toch heb je ook hier fijne rustige plekken, als je weet waar je moet zijn.

Omdat beide steden zo aantrekkelijk zijn en vaak met elkaar vergeleken worden, is het logisch dat je twijfelt. In dit artikel vergelijk ik Valencia en Barcelona op zes punten: sfeer, bezienswaardigheden, eten & drinken, klimaat, vervoer en dagtrips. Zo kun jij straks kiezen welke stad het beste bij jouw wensen past.

Valencia of Barcelona? Een vergelijking

Valencia en Barcelona zijn twee heel verschillende steden, maar allebei ontzettend leuk voor een stedentrip. Om je te helpen kiezen, vergelijk ik ze op zes punten. Laten we beginnen met de sfeer.

Sfeer

De sfeer van een stad is voor mij misschien wel het belangrijkste tijdens een stedentrip. En eerlijk is eerlijk: Valencia en Barcelona voelen compleet anders aan.

Valencia voelt licht, ruim en ontspannen. De stad is overzichtelijk en het langgerekte Turia-park loopt als een groene ader door het centrum. Hier kun je wandelen, fietsen of gewoon op een bankje zitten met een boek. Wat ik fijn vind: het is een grote stad, maar het voelt helemaal niet zo druk. Je kunt makkelijk even ontsnappen aan de stadse drukte. Het park is al een rustpunt op zich, maar ook het strand is goed bereikbaar. De sfeer is relaxed en ik voelde me er direct thuis.

Barcelona is drukker, er gebeurt van alles. De eerste keer vond ik het wat overweldigend, maar inmiddels weet ik mijn weg te vinden. In elke wijk ontdek je weer iets anders: verdwalen in de smalle straten van Barri Gòtic, musea bezoeken in El Born, de heuvel op in Gracia voor het uitzicht vanaf Park Güell, en uitrusten op het strand. Het zit er allemaal in. Maar die afwisseling maakt het soms ook vermoeiend. Het is toeristisch, en op bepaalde plekken moet je goed op je spullen letten. Tegelijkertijd heeft de stad veel karakter en cultuur. Het is echt een bijzondere plek.

• Winnaar: Valencia. Als het gaat om ontspannen sfeer, wint Valencia het voor mij. Barcelona voelt als een wereldstad, maar Valencia als een plek waar je tot rust komt en dat past beter bij hoe ik graag een stedentrip beleef.

Bezienswaardigheden

Beide steden barsten van de bezienswaardigheden, maar ze zijn compleet anders. In Valencia draait het meer om stadsparken en futuristische architectuur, in Barcelona om de meesterwerken van Gaudí.

Valencia

Voor ik naar Valencia ging, was het enige wat ik ervan wist: die futuristische gebouwen in het blauwe water. Gelukkig heeft de stad veel meer te bieden.

• Ciudad de las Artes y las Ciencias – Een architectonisch hoogstandje met een wetenschapsmuseum, aquarium en IMAX-bioscoop. Maar ook als je nergens naar binnen gaat, is het al de moeite waard.
• Jardín del Turia – Dit langgerekte park is aangelegd in een voormalige rivierbedding en perfect om te fietsen of te wandelen. Ik ging hier elke dag wel een keertje heen om lekker een boek te lezen en mensen te kijken.
• Historisch centrum – De kathedraal, de Mercado Central, smalle straten waar je heerlijk kunt verdwalen. Het is klein, maar erg sfeervol.
• Het strand en de haven – Valencia heeft een enorm breed zandstrand. Ideaal als je je stedentrip wilt combineren met een paar uur aan zee. Het strand ligt wel buiten het centrum, je moet er naartoe fietsen of de bus nemen.

Barcelona

De eerste keer dat ik in Barcelona was, was voor mijn studie. Ik deed een minor kunst en cultuurmanagement en dan zit je hier helemaal goed. Overal zie je bijzondere gebouwen en musea. Er zijn zoveel iconische plekken dat kiezen lastig is. Mijn favorieten:

• Sagrada Familia – Zelfs na meerdere bezoeken blijft dit een van de indrukwekkendste gebouwen die ik ooit heb gezien.
• Park Güell – Kleurrijk, creatief en een tikje sprookjesachtig. Ik vond het hier heerlijk om rond te dwalen en te genieten van het uitzicht op de stad.
• Barri Gòtic & El Born – Smalle straatjes, verborgen pleinen, knusse cafés, oude kerken. Je raakt hier niet snel uitgekeken.
• Montjuïc – Op deze groene heuvel vind je een oud fort, uitzichtpunten en fijne wandelpaden.
• Het strand van Barceloneta – Als je zin hebt om even af te koelen of uit te rusten na een dag sightseeing.

Lees ook: Dit mag je niet missen in Barcelona: 19 tips voor een stedentrip

• Winnaar: Barcelona. Als het om bezienswaardigheden gaat, wint Barcelona. De stad heeft zoveel iconische plekken, unieke architectuur dankzij Gaudí en dan ook nog een flinke dosis historie. Valencia is mooi en relaxed, maar Barcelona heeft net iets meer plekken die je moet zien.

Eten & drinken

Als het om eten en drinken gaat, zit je in Spanje eigenlijk altijd goed. Zowel in Valencia als Barcelona kun je heerlijk en gevarieerd eten, al is de sfeer in de restaurants vaak net even anders.

Valencia staat bekend als de geboorteplaats van de paella. De originele versie wordt gemaakt met konijn en kip, maar gelukkig zijn er ook genoeg andere varianten. Wat ik zelf lastig vond: veel restaurants serveren paella alleen per twee personen. Niet ideaal als je alleen reist. Gelukkig ontdekte ik een paar plekken waar je het kunt afhalen, perfect om mee te nemen naar het park of je hostel. In wijken zoals Ruzafa vond ik bovendien veel leuke, hippe tentjes en verrassend veel vegetarische opties.

Barcelona voelt internationaler aan, en dat merk je aan het eetaanbod. Tapasbars zijn er genoeg, maar ook streetfoodmarkten, vegan restaurants en fijne koffiebars. Vis en zeevruchten staan vaak op het menu, wat past bij de ligging aan zee. Het is makkelijk om een mix van lokale en wereldkeukens te proeven zonder dat je veel moeite hoeft te doen. Wel kwam ik hier meer toeristische restaurants tegen. Je moet een beetje opletten waar je gaat zitten.

• Winnaar: gelijkspel. Valencia voelt iets origineler aan met z’n lokale specialiteiten, Barcelona wint op diversiteit. In beide steden heb ik ontzettend lekker gegeten en ik zou zo teruggaan, al is het maar voor de tapas en toetjes.

Klimaat

Als je op stedentrip gaat, wil je natuurlijk een beetje lekker weer. Gelukkig zit je in zowel Valencia als Barcelona meestal goed. Beide steden hebben een mediterraan klimaat met veel zon, zachte winters en warme zomers.

Valencia heeft een fijn klimaat waarbij je zelfs in de winter vaak buiten kunt zitten. De ligging aan zee zorgt voor een lichte bries, wat het in de lente en zomer extra aangenaam maakt. Ik vond het hier in het voorjaar echt heerlijk: zonnig, niet te heet en bijna geen regen.

Barcelona heeft een heel vergelijkbaar klimaat. Ook hier is het in de winter vaak zacht, en in het voor- en najaar kun je volop van de zon genieten. De zee ligt vlakbij, dus ook hier heb je die fijne combinatie van stad en strand.

• Geen winnaar. Het klimaat in Valencia en Barcelona is vrijwel gelijk. Beide zijn fijne bestemmingen voor zonliefhebbers, vooral in het voor- en najaar.

Vervoer

Een stad ontdekken is leuker als je je er makkelijk kunt verplaatsen. Gelukkig zit dat in zowel Valencia als Barcelona goed.

Valencia is overzichtelijk en compact. Veel plekken zijn lopend bereikbaar en zelf vond ik het prettig om gewoon door de stad te wandelen (je zit zo op die 10.000 stappen). Het Turia-park loopt als een groene strook dwars door de stad en is een fijne route om te volgen, ook zonder fiets. Voor grotere afstanden kun je gebruikmaken van bussen, trams of de metro. Het openbaar vervoer is betaalbaar en werkt prima. Voor het strand pakte ik een keer de bus, wat ook soepel ging. Opvallend: je ziet hier overal fietsverhuurders, vaak zelfs met Nederlandstalige borden.

Barcelona is een stuk groter en uitgestrekter. Hier ontkom je er bijna niet aan om het openbaar vervoer te gebruiken. Gelukkig zit dat goed in elkaar. De metro brengt je snel van de ene naar de andere wijk en ook de bussen rijden vaak. Als je naar Montjuïc wilt, kun je zelfs met een kabelbaan omhoog. Fietsen kan hier ook, vooral langs de kust, maar zelf vond ik dat in het stadsverkeer minder ontspannen.

Beide steden zijn goed bereikbaar per trein. Vanuit Barcelona kun je makkelijk verder reizen naar andere delen van Spanje en ook Valencia heeft goede verbindingen. Het station in Valencia vond ik trouwens een van de mooiste die ik in Spanje heb gezien.

• Winnaar: Valencia. Door de compacte opzet, het rustige tempo en het toegankelijke OV vond ik Valencia net wat makkelijker om doorheen te bewegen. Barcelona is goed geregeld, maar voelt groter en drukker.

Dagtrips

Als je wat langer in een stad bent, is het fijn om ook iets van de omgeving te zien. Zowel Valencia als Barcelona zijn goede uitvalsbases voor een dagtrip, al zijn de mogelijkheden heel verschillend.

Valencia heeft een verrassend groene en rustige omgeving. Een aanrader is het natuurgebied Albufera, op nog geen half uur van de stad. Je vindt er rijstvelden, een groot meer en brede stranden, perfect voor een rustige dag buiten de stad. Dit is ook de plek waar paella oorspronkelijk vandaan komt. Ook leuk: Port Saplaya, een kleurrijk kustplaatsje dat vanwege de kanaaltjes ook wel het ‘kleine Venetië’ wordt genoemd. Met de trein kun je verder landinwaarts reizen naar steden als Xàtiva of zelfs Cuenca, een van mijn persoonlijke favorieten in Spanje.

Barcelona ligt ideaal tussen de bergen en de zee. Je kunt makkelijk naar de Costa Brava reizen voor een dagje strand of een wandeling langs de kust. Zelf vond ik Montserrat indrukwekkend: een klooster hoog in de bergen met prachtige uitzichten. Als je het leuk vind om andere steden te bezoeken, dan zijn Girona en Figueres goede opties. Girona is een prachtige oude stad (met veel bekende plekken uit Game of Thronwes) en in Figueres vind je het geweldige Dalí-museum.

Lees ook: 9 Leuke dagtrips vanuit Barcelona

• Winnaar: Barcelona. De omgeving van Barcelona is afwisselender en je kunt op de meeste plekken heel makkelijk komen met de trein. Valencia is rustiger en meer gericht op natuur, maar Barcelona wint het voor mij op diversiteit.

Valencia of Barcelona: de winnaar!

Na deze vergelijking is het eigenlijk een gelijkspel. Maar eerlijk is eerlijk: voor mij persoonlijk is Valencia de winnaar. De ontspannen sfeer, het groen, het gemak waarmee je overal naartoe wandelt, en de afwisseling tussen stad en strand spreken me net iets meer aan.

Hou je juist van meer drukte, cultuur en een imposante stad met eindeloze bezienswaardigheden? Dan is Barcelona misschien meer jouw favoriet.

Wat je ook kiest: het zijn allebei fijne steden voor een stedentrip. Welke stad zou jij kiezen na deze vergelijking?