Na Yellowstone rij ik op de bonnefooi terug naar Oregon. Onderweg word ik sherrif in Nevada City en ontdek ik John Day Fossil Beds National Monument.
Wat ga ik doen?
Was mijn gedachte toen ik vanuit de Canyon campground naar het stadje West Yellowstone reed. Ik had zes dagen de tijd om weer terug te komen in Portland en helemaal niks gepland. Ik had gelukkig de tijd om wat te bedenken, want tijdens de rit kwam ik in meerdere bizonfile’s terecht. Blijft toch indrukwekkend om die dieren van zo dichtbij te zien!
In West Yellowstone maak ik een stop bij de McDonalds voor een ijskoffie en bedenk ik wat ik ga doen vandaag. Ik heb geen zin om grotendeels dezelfde route te rijden als anderhalve week geleden, dus besluit dat ik meer richting het noorden ga. Ik rij een flink stuk door Montana, een staat die ik amper ken. Uitgestrekte weilanden, grote ranches, hoge bergen op de achtergrond, het is echt een plaatje!
Nevada City, Montana
Ik heb ooit ergens gelezen dat Nevada City wel een leuke stop is in deze regio, dus daar ga ik dan ook naar toe. Aan het eind van de 19e eeuw was dit een belangrijke plek voor de goudzoekers, maar nu is het een (goed gerestaureerde) ghost town. Als ik $8 entreegeld heb betaald krijg ik een sticker met ‘sheriff Nevada City’ als toegangsbewijs. I love it!
Nevada City staat vol oude houten gebouwen is veel groter dan ik had verwacht. Gelukkig kreeg ik bij de ingang een grote poster met uitleg, zodat ik ook kan lezen waarvoor sommige gebouwen werden gebruikt. Ze hebben zelfs een deel Chinatown! Ook is het leuk dat je niet alleen de gebouwen van buiten kunt bekijken, maar ook binnen kunt stappen. Ik kijk natuurlijk even in het gebouw van de sheriff en zie daar wat enge martelwerktuigen en een strop, yikes.
Ik loop vrijwel in mijn eentje rond in Nevada City (pas na een uur zie ik nog twee bezoekers) en dat geeft nog een betere indruk van deze ghost town. Het was een stukje omrijden, maar ik vond dit echt een leuke stop!
Nog even in Idaho
Van Montana kom ik weer terug in Idaho en breng ik een nachtje door in een kleurrijk motel in het dorpje Arco. Ik wilde eigenlijk kamperen, maar het waait erg hard en ik heb echt geen zin om mijn tent daarin op te zetten, laat staan dat het me lukt om te koken.
In Arco zelf is niets te beleven (veel mensen bezoeken Craters of the Moon National Monument vanuit Arco, maar daar ben ik net geweest), dus rij ik snel door naar de hoofdstad van Idaho: Boise. Het is een behoorlijk lang geleden dat ik in zo’n grote stad ben geweest, dus ik moet heel erg wennen aan de zesbaanswegen en de tientallen afslagen. Hier heb ik een hotelkamer gereserveerd, want er is in de verste verte geen fatsoenlijke campground te vinden (behalve een KOA die al volgeboekt is).
Een van de redenen dat ik kies voor een verblijf in Boise, is dat mijn tijd in Amerika er bijna op zit en ik hoognodig wat souvenirs moet kopen en even wil shoppen. Ook heb ik nog niet gegeten bij mijn favoriete restaurantketen in Amerika: The Cheesecake Factory. Na een heerlijke lunch ga ik dan ook lekker shoppen!
Na een paar uur heb ik genoeg geld uitgegeven en ga ik lekker chillen in mijn hotelkamer.
John Day Fossil Beds National Monument
Vanaf Boise is het niet ver rijden naar Oregon, en het voelt wel een beetje als thuiskomen. Zo gek dat ik hier nog maar een paar dagen ben! Ik cross dwars door de staat over de US-26, een highway met regelmatig mooie uitzichten. Aan deze weg ligt ook de Sheep Rock Unit van het John Day Fossil Beds National Monument, wat een aangename verrassing is. Een prachtig gebied en er zijn amper andere toeristen te bekennen. In dit gebied zijn veel fossielen gevonden en de rotsformaties zijn erg bijzonder. Ik maak een paar wandelingen in het park en geniet met volle teugen.
Daarna rij ik door naar het miniscule dorpje Mitchell. Hier heb ik een kamer geboekt in een heel bijzonder hostel: de plaatselijke kerk (Spoke’n Hostel). Het koppel dat het hostel runt is erg vriendelijk en ik voel me meteen thuis. Er liggen versgebakken koekjes klaar en er is zelfgemaakte ijsthee, heerlijk! Naast een grote dorm met stapelbedden (heel ruim opgezet) hebben ze ook een aantal privé-kamers, waar ik er eentje van heb. In de achtertuin is een klein riviertje en een hoop hangmatten, een heerlijke plek om te relaxen. Dit is de leukste accomodatie van mijn reis, wat een gastvrijheid. Nog een leuk detail: je mag zelf weten wat je wilt betalen, ze leven 100% van donaties.
Het hostel is een mooi rustpunt na een paar intensieve dagen met lange autoritten. Ik ben inmiddels aardig in de buurt van Portland, dus de komende dagen doe ik het wat rustiger aan.
Overnachtingen
Arco: Lost River Motel
Nampa: Sleep Inn
Mitchell: Spok’n Hostel
Lees nu reisverslag #19: Painted Hills en Bridge of the Gods | Mijn laatste dagen in Amerika
Alles lezen over mijn avonturen in Amerika?
Lees dan de reisverslagen op deze pagina . Ik maakte de laatste vier weken een enorme road trip in het noordwesten van Amerika, de volledige route kun je hier vinden.
Leave a reply